Mondeling gesloten overeenkomst: voorkom problemen! | Florijn Incasso
In de vorige blog hebben we het gehad over de zware bewijslast bij mondeling gesloten overeenkomsten. De casus over de autohandelaar en het verhuurbedrijf was hier een goed voorbeeld van. Het leek erop dat de autohandelaar makkelijk onder de
mondelinge overeenkomst uit kon komen. Maar de zaak is nog niet afgedaan. Benieuwd hoe het is afgelopen? Lees dan snel verder.
Getuigen als bewijs
In het kader van het opgedragen bewijs heeft het verhuurbedrijf een tweetal getuigen aangedragen. De eigenaar als partijgetuige in de zin van artikel 164 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en een medewerker als getuige. De verklaring van de eigenaar kon echter op zichzelf geen bewijs in het voordeel van het verhuurbedrijf opleveren. Tenzij de verklaring zou strekken ter aanvulling van onvolledig bewijs. Daarentegen was de verklaring van de medewerker van cruciaal belang. Indien daaruit voldoende genoegzaam zou blijken dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand was gekomen, zou het verhuurbedrijf zijn geslaagd in diens bewijsaanbod. Dit zou betekenen dat de autohandelaar inderdaad het verhuurbedrijf de opdracht heeft gegeven om de caravan op de aanhanger te laden
Veroordeling tot betaling
De vraag is natuurlijk: is het verhuurbedrijf uiteindelijk in diens bewijslast geslaagd? Het antwoord hierop is ja. De medewerker van het verhuurbedrijf heeft namelijk verklaard dat hij tijdens het telefonisch contact tussen zijn werkgever en de autohandelaar in dezelfde ruimte aanwezig was. Zodoende is de medewerker op de hoogte geweest van de gemaakte afspraken en de gesloten overeenkomst. De verklaring werd op krachtige wijze door de eigenaar van het verhuurbedrijf bevestigd. Hierdoor kon de verklaring van de partijgetuige gekwalificeerd worden gebruikt als aanvullend bewijs in de zin van artikel 164 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Met enkel blote stellingen heeft de autohandelaar het geleverde bewijs niet meer kunnen ontkrachten met als resultaat: veroordeling tot betaling van de factuur.
Zorg altijd voor een schriftelijke overeenkomst
Een wijze les uit deze uitspraak: zorg altijd voor een schriftelijke overeenkomst van de gemaakte afspraken. Het afdwingen van een vordering bij de rechter wordt namelijk problematisch indien afspraken niet schriftelijk zijn vastgesteld. Volgens het bewijsrecht dient degene die stelt, ook te bewijzen. In geval van een mondelinge overeenkomst kan dit dus een enorme opgave worden.
Wilt u dit soort problemen voorkomen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op en laat u informeren over de essentiële punten bij een overeenkomst.
Deze blog is geschreven door Hans Meijer, Bedrijfsjurist bij Florijn Incasso.